reïncarnatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·in·car·na·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reïncarnatie reïncarnaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

reïncarnatie v

  1. wedergeboorte van de ziel in een lichaam, wedervleeswording, wedergeboorte
     Tijdens onze ontbijten hadden we lange gesprekken over de veranderende landschappen, reïncarnatie, geloof en hoe bomen ondergronds met elkaar communiceren.[5]
  2. gestalte waaronder iemand of iets wedergeboren is
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen