ravissant
Uiterlijk


- ra·vis·sant
- van Frans ravissant, in de betekenis van ‘verrukkelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1] [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ravissant | ravissanter | ravissantst |
verbogen | ravissante | ravissantere | ravissantste |
partitief | ravissants | ravissanters | - |
ravissant
- zo aantrekkelijk dat de toeschouwer buiten zichzelf wordt gebracht, erg bekoorlijk, betoverend
- Wereldkampioen was wellicht Hugh Hefner, de stichter van Playboy, die vorige week overleed op zijn 91ste, in zijn protserige mansion, tussen ravissante jonge bunny’s. Allemaal klatergoud, want de bedden waren aftands en het stonk er naar hondenpoep, volgens (af)gewezen playmates. [4]
- Het gezinnetje creëert inmiddels een existentiële balans door de dichtgeslibde landstreek bijwijlen te verruilen voor de ambiance van een minuscule, idyllisch gelegen tweede woning in het ravissante Noordoost-Twente, daar waar onder andere nog te jouïsseren, te genieten valt van zelfbereide, appetijtelijke streekproducten, wijdte en sereniteit. [5]
- ▸ En vanavond zou ze haar baljurk aantrekken om hand in hand met mij avonturen tegemoet te ruisen op pleinen, in stegen en langs zwarte grachten, en ravissant een eclatant verhaal toe te voegen aan de galmende historie die deze stad aan de lippen stond als wassend water.[6]
- (heraldiek) m.b.t. een roofdier met een prooi in bek of klauwen
- Het woord ravissant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ravissant" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ ravissant op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "ravissant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ de Standaard 2 oktober 2017
- ↑ Tubantia 07-december-2011 Groot dictee van de gemeente Tubbergen
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers
, ISBN 978-90-295-2622-7, p. 22
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
ravissant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van ravir
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | ravissant | ravissants |
vrouwelijk | ravissante | ravissantes |
ravissant
- ravissant, erg aantrekkelijk/bekoorlijk/opwindend
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Heraldiek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 62 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 9
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Frans
- Bijvoeglijk naamwoord in het Frans