rationeel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·ti·o·neel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘redelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1857 [1]
  • Afgeleid van ratio met het achtervoegsel -eel met het invoegsel -n- [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rationeel rationeler rationeelst
verbogen rationele rationelere rationeelste
partitief rationeels rationelers -

Bijvoeglijk naamwoord

rationeel [3]

  1. op redelijk overwegingen gebaseerd
    • Een rationele benadering van het geschil in het Midden-Oosten is vaak ver te zoeken. 
     Het idee om na het tellen terug te keren naar zijn schrijfmachine was weliswaar rationeel, maar ook immoreel. Geen groot bedrog, maar toch bedrog.[4]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen