rationalisering

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rationalisering    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌra(t)ʃonaliˈzerɪŋ / (6 lettergrepen)

Woordafbreking

• ra·ti·o·na·li·se·ring

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van  rationaliseren ww  met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rationalisering	rationaliseringen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de rationalisering v

1. (economie) vergroting van de doelmatigheid door beredeneerde aanpassing van werkwijzen

   ▸ Dat veranderde in de jaren zeventig en tachtig, zegt Wilthagen, toen het neoliberale denken ook in Nederland zijn intrede deed. „Er vond een rationalisering van het HR-beleid plaats. De kijk veranderde op personeelsmanagement en het idee van een bedrijfsgemeenschap. We gingen meer werven met assessments en systemen om te kijken of iemand productief was. De nadruk kwam veel meer op efficiëntie te liggen.”

   ▸ Kampte de Duitse industrie jarenlang met verouderde, inefficiënte structuren, inmiddels rolt in alle sectoren van het bedrijfsleven - van textiel en banken tot auto's en verzekeraars - een stormachtige golf van rationaliseringen.

2. (psychologie) redenering achteraf om een opvatting of handeling te rechtvaardigen

   ▸ Je wordt je pas bewust van de keuze voor deodorant X nadat je onbewuste de beslissing voor je heeft genomen. Een ogenschijnlijk bewuste keuze is in die zin slechts een rationalisering achteraf van een onbewuste beslissing.

   ▸ De vraag waar het nu om gaat is, welk deel van ons gedrag operant is en welk deel intelligent. Het antwoord op die vraag wordt bemoeilijkt door de eigenaardigheid van mensen om voor al hun gedrag, hoe ondoordacht ook, rationaliseringen te geven.

3. (filosofie) benadering waarbij het verstand wordt gebruikt met voorbijgaan aan gevoelens

   ▸ De moderne wereld miste een bezield verband en was, als gevolg van de voortschrijdende rationalisering, uiteengevallen in diverse relatief autonome levensgebieden, elk met hun eigen waarden en hun eigen logica.

Gangbaarheid

• Het woord rationalisering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.