rapen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘oppakken, verzamelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
rapen
raapte
geraapt
zwak -t volledig

Werkwoord

rapen

  1. overgankelijk met de hand oppakken
  2. overgankelijk verzamelen
     Het beste was wanneer je je kleren vroeg bij elkaar kon rapen en gewoon weg kon sluipen zonder afscheid te nemen.[2]
Anagrammen
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Zelfstandig naamwoord

de rapenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord raap

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen