ranselen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ran·se·len
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘onbarmhartig slaan’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1760 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ranselen |
ranselde |
geranseld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ranselen
- overgankelijk iemand met een stok of karwats een pak slaag geven
- Zij werden nog enige tijd genadeloos geranseld.
Vertalingen
1. iemand met een stok of karwats een pak slaag geven
Gangbaarheid
- Het woord ranselen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ranselen" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %