rammelkar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ram·mel·kar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rammel ww en kar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rammelkar | rammelkarren |
verkleinwoord | rammelkarretje | rammelkarretjes |
Zelfstandig naamwoord
- gammel voertuig op wielen
- ▸ Ja, Lioe-Tsjau had een fiets, een oude rammelkar.[1]
- (Suriname) zelfgemaakte speelgoedwagen
- ▸ Het Kinderboekenweekgeschenk bestaat dit jaar uit een vierkleurenplaajt met diverse „rammelkarren”. (een rammelkar bestaat uit twee olieblikken in een houten frame die Surinaamse jongens maken om’ er op straat wedstrijden mee te houden).[2]
Synoniemen
Vertalingen
1. gammel voertuig op wielen
Gangbaarheid
- Het woord rammelkar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "rammelkar" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Jaap en Gerdientje. Deel 6. De wijde wereld.”, 8e druk (1953), G.B. Van Goor Zonen's Uitgeversmaatschappij N.V., 's-Gravenhage, p. 74
- ↑
Weblink bron Kinderboekenweek met geschenk in: Tubantia, jrg. 96 nr. 247 (19 oktober 1967), Van der Loeff, Enschede, p. 11 kol. 2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 87 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %