raffineert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • raf·fi·neert

Werkwoord

vervoeging van
raffineren

raffineert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raffineren
    • Jij raffineert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raffineren
    • Hij raffineert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van raffineren
    • Raffineert!