radlijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rad·lijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rad en lijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | radlijn | radlijnen |
verkleinwoord | radlijntje | radlijntjes |
Zelfstandig naamwoord
- (wiskunde) kromme, beschreven door een punt van een cirkel die rolt over een rechte lijn
- Als men aldus een zeker getal punten gevonden heeft, vereenigt men ze door eene onafgebroken lijn, die zooveel te beter aan de eerste helft der radlijn zal gelijken, als men meer verdeelingspunten in de lijn AB en in den halven omtrek genomen heeft.[1]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'radlijn' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Grondbeginselen der werkdadige meetkunde. G. De Vijlder1870