radijs
Uiterlijk

- ra·dijs
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eetbare wortel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1484 [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | radijs | radijzen |
| verkleinwoord | radijsje | radijsjes |
- (plantkunde) bepaalde soort uit de kruisbloemfamilie, Raphanus sativus

- (groente) bol van de Raphanus sativus
, met fris smakend wit vruchtvlees
1. bepaalde soort uit de kruisbloemfamilie, Raphanus sativus
- Het woord radijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "radijs" herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "radijs" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Plantkunde in het Nederlands
- Groente in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %