radarscherm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·dar·scherm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord radarscherm radarschermen
verkleinwoord radarschermpje radarschermpjes

Zelfstandig naamwoord

het radarschermo

  1. het beeldscherm waarop de gegevens van een radar zichtbaar worden gemaakt
    • Het vliegtuig dat van het radarscherm was verdwenen, was neergestort. 
     Als de Zweedse vliegtuigen op de laagste hoogte aanvielen, vijf meter boven het oppervlak van de Oostzee, hadden de Russen minder dan drie minuten de tijd wanneer de vliegtuigen op hun radarschermen verschenen.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149