raadpleegt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: raadpleegt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- raad·pleegt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
raadplegen |
raadpleegt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raadplegen
- Jij raadpleegt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van raadplegen
- Hij raadpleegt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van raadplegen
- Raadpleegt!