raadkamer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

raadkamer Amsterdam
Uitspraak
Woordafbreking
  • raad·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord raadkamer raadkamers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de raadkamerv / m

  1. vergaderzaal waar een bevoegd orgaan bijeenkomt om beslissingen te nemen
  2. (juridisch) overleg van rechters achter gesloten deuren waar beslissingen worden genomen in processen
    • De drie verdachten in het dossier over de treinramp in Buizingen, een treinchauffeur, Infrabel en de NMBS, zullen zich voor de politierechtbank moeten verantwoorden. Dat heeft de Brusselse raadkamer vrijdag beslist.[2] 
    • De man die deze winter in het station Gent Sint-Pieters door de politie werd neergeschoten met een mes, wordt geïnterneerd. Dat heeft de correctionele raadkamer vanochtend beslist.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen