quizleider
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: quizleider (hulp, bestand)
Woordafbreking
- quiz·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van quiz en leider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | quizleider | quizleiders |
verkleinwoord | quizleidertje | quizleidertjes |
Zelfstandig naamwoord
de quizleider m
- persoon die een quiz presenteert
Gangbaarheid
- Het woord quizleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.