putten uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: putten uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpʏtə(n) ˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- put·ten uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitputten |
putten (…) uit
- meervoud tegenwoordige tijd van uitputten
vervoeging van |
---|
uitputten |
putten (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitputten
- Wij putten uit.
- Jullie putten uit.
- Zij putten uit.
- Wij putten uit.
Gangbaarheid
- Het woord putten uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.