purificatorium
Uiterlijk
- pu·ri·fi·ca·to·ri·um
- afgeleid van het Latijnse purificare (reinigen) met het achtervoegsel -orium [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | purificatorium | purificatoria |
verkleinwoord | purificatoriumpje | purificatoriumpjes |
het purificatorium o
- (religie) linnen doekje om de miskelk te reinigen
- de gedreven pastoor wilde als purificatorium een doekje van microvezel gebruiken
- Het woord 'purificatorium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.