pupiter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pu·pi·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord pupiter pupiters
verkleinwoord pupitertje pupitertjes

Zelfstandig naamwoord

de pupiterm

  1. (muziek) standaard om bladmuziek op te plaatsen
     De orkestmuzikanten speelden Ravels 'Bolero' niet van de klassieke papieren partituur, maar hadden op hun pupiter een tablet staan waarop ze hun orkestpartij konden volgen.[1]
  2. (meubel) meubel met een hellend bovenblad als overzichtelijke plaats voor een te lezen of te schrijven tekst
     De ‘Q-sjamaan’, de man die inbrak in het bureau van Nancy Pelosi en de man met de pupiter: het zijn slechts drie van de 19 personen die zijn aangeklaagd bij de federale rechtbank van Washington wegens hun rol in de bestorming van het Capitool.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Belgisch orkest speelt muziek van tablet” (08-11-2012), NOS
  2. Bronlink Weblink bron
    Shari Dedier
    “Overzicht: Wie werd al aangeklaagd na de bestorming van het Capitool?” (14/01/2021), De Standaard