punkgroep
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- punk·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van punk zn en groep zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | punkgroep | punkgroepen |
verkleinwoord | punkgroepje | punkgroepjes |
Zelfstandig naamwoord
- (muziek) muziekgezelschap dat eenvoudige, luide rockmuziek speelt zoals die paste bij een stroming die zich rond 1980 afwijzend opstelde tegenover de gevestigde orde
- De punkgroep Breznew is losgebarsten en er heeft zich voor het podium een wild dansgroepje gevormd van vervaarlijk uitziende en krijsende punkers. [1]
Gangbaarheid
- Het woord punkgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "punkgroep" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Paanakker, M.A.C."Ik heb nooit gelijk" in: Hollands Maandblad. 689 jrg. 46 nr. 4 (april 2005) L.J. Veen, Amsterdam; p. 23; geraadpleegd 2018-01-03
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %