pulsteller
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pulsteller (hulp, bestand)
Woordafbreking
- puls·tel·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van puls en teller
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pulsteller | pulstellers |
verkleinwoord | pulstellertje | pulstellertjes |
Zelfstandig naamwoord
de pulsteller m
- (elektronica) meetinstrument om pulsen te tellen
Gangbaarheid
- Het woord 'pulsteller' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.