puistig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- puis·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | puistig | puistiger | puistigst |
verbogen | puistige | puistigere | puistigste |
partitief | puistigs | puistigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
puistig
- met puisten bezet
- Ze had een puistig gezicht.
Synoniemen
Vertalingen
1. met puisten bezet
Gangbaarheid
- Het woord puistig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "puistig" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be