psychologiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • psy·cho·lo·gi·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
psychologiseren

psychologiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van psychologiseren
    • Ik psychologiseerde. 
    • Jij psychologiseerde. 
    • Hij, zij, het psychologiseerde.