psychologiseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- psy·cho·lo·gi·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
psychologiseren |
psychologiseerde
- enkelvoud verleden tijd van psychologiseren
- Ik psychologiseerde.
- Jij psychologiseerde.
- Hij, zij, het psychologiseerde.
- Ik psychologiseerde.