psychiater
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: psychiater (hulp, bestand)
Woordafbreking
- psy·chi·a·ter
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zenuwarts’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psychiater | psychiaters |
verkleinwoord | psychiatertje | psychiatertjes |
Zelfstandig naamwoord
psychiater m
- (beroep)(psychologie) een arts die zich gespecialiseerd heeft in de psychiatrie
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord psychiater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "psychiater" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.