psalter
Uiterlijk
- psal·ter
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘Boek der Psalmen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | psalter | psalters |
verkleinwoord | - | - |
het psalter o
- (muziekinstrument) oud snaarinstrument, voorloper van het hakkebord
- (religie) boek met vertalingen van de psalmen uit het Oude Testament
- [1] psalterium
- [2] psalmboek
- Het woord psalter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "psalter" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "psalter" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ psalter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be