provocateurtjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  provocateurtjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pro·vo·ca·teur·tjes

Zelfstandig naamwoord

de provocateurtjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord provocateur

Gangbaarheid

• Het woord provocateurtjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.