provisieverbod

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·vi·sie·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord provisieverbod provisieverboden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het provisieverbodo

  1. het verbod van het geven van provisie (geld en cadeautjes) aan tussenpersonen om er voor te zorgen dat tussenpersonen uitsluitend het belang van de klant dienen
    • De schadeverzekeraar overtrad het provisieverbod en kreeg een boete van 400.000 euro.