provisiekamer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·vi·sie·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord provisiekamer provisiekamers
verkleinwoord provisiekamertje provisiekamertjes

Zelfstandig naamwoord

de provisiekamerv / m

  1. een ruimte waar men voorraden opslaat
    • In de provisiekamer hebben we nog wel wat blikken bonen staan. 
     Toen ik die eerste keer voor hem stond, in de gang voor de provisiekamer, had ik net zo goed een teleurstellend kleine houtduif kunnen zijn die hij wel of niet zou laten plukken voor het eten.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026346477