provisiekamer
Uiterlijk
- Geluid: provisiekamer (hulp, bestand)
- IPA: / proˈvisiˌkɑmər / (5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /pro.ˈvi.zi.ˌka.mər/
- (Limburg): /pro.vɪ.ˈziː.ˌkaː.mər/
- pro·vi·sie·ka·mer
- samenstelling van provisie zn en kamer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | provisiekamer | provisiekamers |
verkleinwoord | provisiekamertje | provisiekamertjes |
- een ruimte waar men voorraden opslaat
- In de provisiekamer hebben we nog wel wat blikken bonen staan.
- ▸ Toen ik die eerste keer voor hem stond, in de gang voor de provisiekamer, had ik net zo goed een teleurstellend kleine houtduif kunnen zijn die hij wel of niet zou laten plukken voor het eten.[1]
1. een ruimte waar men voorraden opslaat
- Het woord provisiekamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Danielle Teller (vert. Marja Borg)“Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026346477