prostitueren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pros·ti·tu·e·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse prostituer (met het achtervoegsel -eren) [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
prostitueren |
prostitueerde |
geprostitueerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
prostitueren
- overgankelijk iemand dwingen tot het aanbieden van seksuele diensten
- De vermiste meisjes bleken te zijn geprostitueerd.
- wederkerend zich tegen betaling voor seksuele diensten aanbieden
- Zich prostitueren was haar enige uitkomst.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand dwingen tot het aanbieden van seksuele diensten
Gangbaarheid
- Het woord prostitueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prostitueren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ prostitueren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %