proprio
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van propriétaire
Zelfstandig naamwoord
- (spreektaal) huisbaas, huisbazin
- «Le proprio veut pas claquer une seule thune dans les travaux dans mon appart.»
- De huisbaas wil geen cent uitgeven aan werkzaamheden in mijn flat. [1]
- «Le proprio veut pas claquer une seule thune dans les travaux dans mon appart.»