pronkstuk
Uiterlijk
- pronk·stuk
- samenstelling van pronk en stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pronkstuk | pronkstukken |
verkleinwoord | pronkstukje | pronkstukjes |
het pronkstuk o
- een persoon of zaak die uitmunt door schoonheid, voortreffelijkheid o.i.d
- Het pronkstuk van de avond liet een mooie herinerring achter.
- Die versneller moet de opvolger worden van de Large Hadron Collider (LHC), die na aanpassingen overigens nog tot 2040 metingen kan verrichten. De LHC is het pronkstuk van de huidige deeltjesfysica, de natuurkundetak die het tot zijn missie maakt om de allerkleinste bouwsteentjes te vinden waarvan alles om ons heen is gemaakt. [1]
- ▸ De centrale hal was voorzien van een sensationele kroonluchter, die amechtig antiek hing te zijn. `Een van onze pronkstukken,' zei de majordomus, die alles merkte, dus ook dat de lamp mij was opgevallen. 'Alleen erg lastig in het onderhoud.[2]
- Het woord pronkstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pronkstuk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Volkskrant George van Hal 21 januari 2019 Cern onthult plannen voor nieuwe megaversneller van 100 kilometer
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 15
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 99 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %