pronkkast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pronk·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pronk en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pronkkast | pronkkasten |
verkleinwoord | pronkkastje | pronkkastjes |
Zelfstandig naamwoord
- een meubelstuk waarin men mooie en dure bezittingen uitstalt
- In de opkamer stond een mooie pronkkast.
Gangbaarheid
- Het woord pronkkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.