projectleider
Nederlands
Niet te verwarren met: projectlijder |
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·ject·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van project en leider
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | projectleider | projectleiders |
verkleinwoord | projectleidertje | projectleidertjes |
Zelfstandig naamwoord
de projectleider m
- (beroep) iemand die een project leidt
Verwante begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord projectleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.