prognosticeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prognosticeren (hulp, bestand)
- IPA: / prɔxnɔstiˈzerə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- prog·nos·ti·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
prognosticeren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
prognosticeren |
prognosticeerde |
geprognosticeerd |
zwak -d | volledig |
- op basis van kennis en kunde een onderbouwde voorspelling doen
- En met het toenemen van de digitale aanvallen en bedreigingen, zie je ook dat cyber securitybedrijven steeds hogere omzetten boeken. En dat de groeivooruitzichten door onderzoeksbureaus nogal eens naar boven toe worden aangepast. Nu prognosticeren bureaus ruim 17% gemiddelde groei jaarlijks voor de komende jaren. [3]
- Mart Smeets. Werd geridiculiseerd en riep dat Balkenende veel te veel verdient, maar bleek een ziener. Zonder te willen prognosticeren (zijn term) voorspelde Smeets vóór de Tour dat de ronde voor Raborenner Robert Gesink wel eens heel kort zou kunnen duren. En zo geschiedde. Wat een held. [4]
- (medisch) voorspellen hoe het beloop van een ziekte is
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord prognosticeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "prognosticeren" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ prognosticeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf ROBERT SCHUCKINK KOOL 01 mei 2018 Column: gevaren cybercrime nemen toe
- ↑ HP de Tijd 10/07 | 2009 door:Niek Stolker Buzz-top-3: Smeets, Van der Veer & Van Dongen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 14
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 5 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 78 %
- Prevalentie Vlaanderen 74 %