profzege
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prof·ze·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van prof zn "professional" en zege zn "overwinning"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | profzege | profzeges |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) overwinning in een wedstrijd als beroepssporter
- "Ik was vastberaden om dit keer wel te winnen. We hadden een plan gemaakt en speelde het slim. Het team leverde mij perfect af, zodat ik het af kon maken", jubelde Viviani na zijn zeventigste profzege. [1]
- "Zeg hem dat hij moet terugkeren in de ring en dat ik bereid ben tegen hem te boksen", zei de Filipijn, die zijn 61ste profzege boekte. [2]
Gangbaarheid
- Het woord profzege staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "profzege" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 27 januari 2019 Elia Viviani sprint in Australië naar 70ste winst
- ↑ Tubantia 20 januari 2019 Pacquiao daagt Mayweather uit na verdedigen wereldtitel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 73 %
- Prevalentie Vlaanderen 85 %