profylactischer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·fy·lac·ti·scher
Bijvoeglijk naamwoord
profylactischer
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van profylactisch
Gangbaarheid
- Het woord profylactischer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.