proftennisser

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prof·ten·nis·ser
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord proftennisser proftennissers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de proftennisserm

  1. (beroep) (sport) iemand die voor zijn beroep tennist
     De voormalige proftennisser Nick Lindahl heeft voor een Australische rechtbank schuld bekend in een drie jaar oude matchfixingzaak.[1]
     De 34-jarige Australische voormalig nummer één van de wereld is in zijn laatste periode als proftennisser afgezakt naar de 162ste plaats op de ATP-lijst. Lang niet genoeg om zich op eigen kracht te plaatsen voor de US Open.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Oud-tennisprof Lindahl geeft matchfixing toe” (25-01-2016), NOS
  2. Bronlink Weblink bron “Oud-winnaar Hewitt krijgt wildcard US Open” (18-08-2015), NOS