profiteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: profiteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pro·fi·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
profiteren |
profiteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van profiteren
- Jij profiteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van profiteren
- Hij profiteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van profiteren
- Profiteert!