profijt
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·fijt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | profijt | profijten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
profijt o
- het -met name financiële- voordeel dat men heeft bij een bepaalde zaak
- Zij zijn degenen die daar profijt van hebben.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. het -met name financiële- voordeel dat men heeft bij een bepaalde zaak
Gangbaarheid
- Het woord profijt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "profijt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "profijt" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ profijt op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be