productschap
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: productschap (hulp, bestand)
- IPA: /pro'dʏktsxɑp/
Woordafbreking
- pro·duct·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | productschap | productschappen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
productschap o
- (economie) (verouderd) tot 2014 organisatie van bedrijven die eenzelfde grondstof in opeenvolgende stadia bewerken
- De opening van het mosselseizoen met de nieuwe oogst van Zeeuwse bodem wordt nu op 24 juli verwacht. Dat meldt het Productschap Vis, een overkoepelende organisatie van vissers en handelaars, woensdag. [2]
- ,,Omdat smaken zo ontzettend verschillen, zegt Tefke van Dijk. ,,We hebben bijvoorbeeld iemand in onze jury die echt jeuk krijgt van woordspelingen waarbij Engels en Nederlands door elkaar gaan, zoals 'Ei love you' van het Productschap Pluimvee en Eieren. Maar anderen vinden dat juist weer goed gevonden. [3]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. (economie) organisatie van bedrijven die eenzelfde grondstof in opeenvolgende stadia bewerken
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord productschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ productschap op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Standaard 10/juli/2013 door llo
- ↑ Tubantia 02-december-2015
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -schap in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal