productieapparaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·duc·tie·ap·pa·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord productieapparaat productieapparaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het productieapparaato

  1. organisatie die zorgt dat iets gemaakt kan worden
     Er stonden duizenden figuranten te wachten, de kostuums waren klaar en het productieapparaat was in volle gang toen MGM opeens de geldkraan dichtdraaide waardoor Kubrick de film, die volgens hem de beste aller tijden zou worden, niet kon maken.[2]
     De Twentsche Kabelfabriek (TKF) trekt zich terug op de hoofdvestiging in Haaksbergen. De fabriek in Lochem gaat dicht. Hierbij gaan in totaal vijftig arbeidsplaatsen verloren. Gedwongen ontslagen worden niet uitgesloten. De samenvoeging van de twee vestigingen moet volgens algemeen directeur R.van Beurden leiden tot een efficiënter productieapparaat en daarmee een beter toekomstperspectief voor TKF.[3]
  2. toestel dat men gebruikt bij het maken van goederen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2022 Weblink bron “Twentsche Kabelfabriek weg uit Lochem” (05-10-2009), Tubantia