produceert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: produceert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pro·du·ceert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
produceren |
produceert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van produceren
- Jij produceert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van produceren
- Hij produceert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van produceren
- Produceert!