procedure

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·ce·du·re
Woordherkomst en -opbouw

Van het Franse procédure. In de betekenis van ‘procesvoering’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1494 [1], in die van ‘actie’ voor het eerst in het jaar 1537 [1]

enkelvoud meervoud
naamwoord procedure procedures
verkleinwoord proceduretje proceduretjes

Zelfstandig naamwoord

de procedurev / m

  1. werkwijze, methodiek
    • In principe wordt deze procedure gehanteerd voor alle geschillen naar aanleiding van de overeenkomst. 
  2. een reeks instructies in een bepaalde volgorde
    • De procedure voor het opzetten van het experiment. 
  3. (juridisch) gerechtelijk proces
    • Een civiele procedure aanspannen. 
     Advocaat Van Tilborg wist zich duidelijk geen raad met deze constatering en zei dat deze zaak in een andere procedure tot de bodem moet worden uitgezocht.[2]
  4. (informatica) onafhankelijk opererend programmablok met een eigen naam en code binnen een groter computerprogramma
    • In TP kunnen zoals gezegd zelf procedures en functies worden bijgemaakt, zoals het gebruik van subroutines in BASIC. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
procedure procedures

Zelfstandig naamwoord

  1. procedure
    «They followed the same procedure
    Zij volgden dezelfde procedure.