privéchauffeur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pri·vé·chauf·feur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van privé zn en chauffeur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privéchauffeur | privéchauffeurs |
verkleinwoord | privéchauffeurtje | privéchauffeurtjes |
Zelfstandig naamwoord
de privéchauffeur m
- (beroep) bestuurder van een voertuig die in dienst is van één persoon of één familie
- ▸ De topman kwam onlangs nog negatief in het nieuws toen onder meer bekend werd dat hij per dag een pensioen krijgt van ruim 3000 euro. Ook heeft hij nog steeds een privéchauffeur van het concern tot zijn beschikking.[1]
- ▸ De aanleiding voor het stuk is een reeks incidenten bij Uber waar Kalanick verantwoordelijk voor wordt gehouden. Zo wordt het bedrijf beschuldigd niks te doen aan seksuele intimidatie, werd Kalanick scheldend op camera betrapt in de auto van een Uber-chauffeur (volgens de NYT heeft hij sindsdien een auto met privéchauffeur) en bleek het bedrijf autoriteiten in diverse landen bewust te misleiden.[2]
Gangbaarheid
- Het woord privéchauffeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Achille Prick“Oud-topman Volkswagen 'wist niks' van gesjoemel” (Donderdag 19 januari 2017), NOS
- ↑ Weblink bron “'Uber bijna verwijderd uit App Store om negeren privacyregels'” (Maandag 24 april 2017), NOS