prins
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- prins
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vorst, koningszoon, adellijke titel’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
- Van Latijn princeps, de eerste, de voornaamste [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prins | prinsen |
verkleinwoord | prinsje | prinsjes |
Zelfstandig naamwoord
prins m
- (adel) hoogste adellijke titel van een man of jongen
- (adel) laagste koninklijke titel van een man of jongen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Van de prins geen kwaad weten
Onschuldig zijn aan iets vervelends wat is gebeurd, of: iets verkeerds hebben gedaan of uitgelokt, maar niet bewust of opzettelijk; daarnaast ook wel gezegd over iemand die alleen maar veinst van niets te weten
- Voor de prins draaien
Draaien van een molen zonder dat er nuttige arbeid wordt verricht
- De Berkellandse windmolens draaiden zaterdag op Nationale Molendag 'voor de Prins': Dat is molenaarstaal voor onbelast draaien. "De uitdrukking stamt uit de Tachtig Jarige oorlog. Om de Spanjaarden te doen geloven dat er nog voedsel in overvloed was en ze beter niet konden aanvallen, lieten molenaars hun molen onbelast draaien.[3]
Spreekwoorden
Vertalingen
1. hoogste adellijke titel van een man of jongen
2. laagste koninklijke titel van een man of jongen
Gangbaarheid
- Het woord prins staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "prins" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "prins" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ prins op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tubantia 08-05-10
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Uitspraak
Woordafbreking
- prins
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prins | prinse |
prins
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Adel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %
- Woorden in het Afrikaans
- Woorden in het Afrikaans met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Afrikaans
- Adel in het Afrikaans