prikkelden aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prik·kel·den aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanprikkelen

prikkelden (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanprikkelen
    • Wij prikkelden aan. 
    • Jullie prikkelden aan. 
    • Zij prikkelden aan. 

Gangbaarheid