prijzengeld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prij·zen·geld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prijzengeld prijzengelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het prijzengeldo

  1. het totaal aan geldprijzen dat men kan winnen in een tournooi of wedstrijd
     Op 23 april, Wereldboekendag, maakt de jury de winnaar bekend in Houtzaagmolen De Ster in Utrecht. Uitgevers en begunstigers van de Stichting Filter stellen het prijzengeld, waarvan de hoogte nog onbekend is, ter beschikking. Onder de eerdere winnaars zijn Robbert-Jan Henkes (Russisch), Martin de Haan (Frans) en Jos Vos (Japans).[1]
    • Indicatief voor de Dafne Schippers van 2016 is de serie wedstrijden om de Diamond League. Ze start bij negen van de dertien edities, wint vier keer (eenmaal de 100 en driemaal de 200 meter) en wordt vijf keer tweede (driemaal 100 en tweemaal 200). Ze wint het Diamond-Leagueklassement van de 200 meter en eindigt als tweede op de 100 meter. Van dominantie is geen sprake, ook niet op ‘haar’ 200 meter. Haar portemonnee wordt er wel door gespekt, want de atlete verdient bij elkaar zo’n 60.000 euro aan prijzengeld, plus als klassementswinnaar een diamant ter waarde van nog eens 60.000 euro. [2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    Emilia Menkveld
    “Vijf Nederlandse vertalers maken kans op Filterprijs 2020” (13 maart 2020), de Volkskrant
  2. NRC Henk Stouwdam 26 december 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be