prijs aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • prijs aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanprijzen

prijs aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanprijzen
    • Ik prijs aan. 
  2. gebiedende wijs van aanprijzen
    • Prijs aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanprijzen
    • Prijs je aan? 


Gangbaarheid