prevelement

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·ve·le·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord prevelement prevelementen
verkleinwoord prevelementje prevelementjes

Zelfstandig naamwoord

het prevelemento

  1. praatje zonder al teveel inhoud
     Van Gent negeert hem en als zij na zijn prevelement nog steeds ijzig voor zich uit kijkt, loopt hij weg.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. prevelement op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron “Kuitenbrouwer: Taalverruwing in het parlement” (14/04/2010), HP de Tijd
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be