prevelden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pre·vel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prevelen |
prevelden
- meervoud verleden tijd van prevelen
- Wij prevelden.
- Jullie prevelden.
- Zij prevelden.
- Wij prevelden.