prevaleert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prevaleert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pre·va·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prevaleren |
prevaleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prevaleren
- Jij prevaleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prevaleren
- Hij prevaleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van prevaleren
- Prevaleert!