pretorium

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pre·to·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pretorium pretoria
pretoriums
verkleinwoord pretoriumpje pretoriumpjes

Zelfstandig naamwoord

het pretoriumo

  1. (geschiedenis) hoofdkwartier van de keizerlijke lijfwacht in het oude Rome
  2. (geschiedenis) de residentie van de procurator (stadhouder of gouverneur) van een Romeinse provincie

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be